CASE

Het belang van een FML bij GBM

Resultaten

  • IVA toekenning
  • Besparing van € 30.000,- gerealiseerd voor opdrachtgever
  • Financiële verhoging naar 75% voor betrokkene
  • Persoonlijke rust over uitkering

Een erg mooi resultaat

Deze casus betreft een 64-jarige vrouw die sinds 2000 als zorgassistente werkt, voor 20 uur per week in wisselende/weekenddiensten. Op grond van de WIA-beslissing wordt aan betrokkene een WGA uitkering toegekend, nadat de primaire verzekeringsarts haar op medische gronden volledig arbeidsongeschikt acht. De GBM wordt toegekend op grond van het gegeven, dat mevrouw op korte termijn een opname gevolgd door intensieve behandeling zal ondergaan en de datum voor herbeoordeling wordt 9 maanden later geagendeerd.

Echter, hierbij gaan de primaire artsen voorbij aan het gegeven dat betrokkene duurzaam en volledig arbeidsongeschikt te achten is. Voor de formele vaststelling hiervan is, in deze casus, het opstellen van een FML met de duurzame functionele beperkingen een voorwaarde. Tegelijk met het toekennen van GBM besluiten de primaire artsen geen FML op te stellen. Dit is natuurlijk niet ongebruikelijk, echter in het geval van betrokkene blijkt uit de stukken en de bevindingen van de primaire artsen, dat er naar alle waarschijnlijkheid sprake is van volledige en duurzame beperkingen, de geplande intensieve behandeling (knie operatie) en de beperkingen welke als gevolg van de knie problematiek aanwezig zijn doen aan dit gegeven niets af.

De gegevens inzake de belastbaarheid van betrokkene wijzen op duurzame en volledige arbeidsongeschiktheid. De revalidatiearts acht de functionele mogelijkheden van de rechter, tevens dominante, hand duurzaam beperkt. De verzekeringsarts acht de beperkingen welke het gevolg zijn van de cervicale problematiek, de rechterschouder en de dominante hand duurzaam. Betrokkene is in ADL zeer fors beperkt en acht zichzelf duurzaam en volledig arbeidsongeschikt.

Primair negeert deze feiten en besluit op grond van een behandeling van een ziektebeeld, welk niet bijdraagt aan de duurzame beperkingen, GBM toe te kennen en acht de beoordeling daarmee voldoende. Namens werkgever stellen wij dat dit niet zorgvuldig is, de GBM is terecht maar ontslaat de primaire artsen niet van de plicht om een zorgvuldig onderzoek uit te voeren.

Wij hebben de afdeling Bezwaar en Beroep verzocht om met in achtneming van bovenstaande primair te verzoeken de duurzame functionele beperkingen in kaart te brengen. Indien de arbeidsdeskundige beoordeling vervolgens resulteert in de vaststelling van 80-100% arbeidsongeschiktheid dient IVA toegekend te worden.

Gegrond bezwaar

Het bezwaar is gegrond verklaard en betrokkene is per eindewachttijd (maart 2021) IVA-gerechtigd. Betrokkene bereikt in maart 2023 de AOW-gerechtigde leeftijd. De besparing die wij hiermee gerealiseerd hebben voor opdrachtgever bedraagt € 30.000 en voor betrokkene een financiële verhoging naar 75% en de rust dat haar uitkering niet meer wijzigt.

Heeft u belangstelling of wilt u meer informatie?

Neem contact met ons op door een bericht te sturen of te bellen.